Prometheus
Amsterdam 2014 382 blz.
Na haar succesvolle debuut “Vele hemels boven de zevende” komt
nu van Griet op de Beeck het tweede boek uit. Deze roman is opvallend aanwezig in
toptienlijstjes en in de schappen van de boekwinkels. Het plaatje op de kaft is
een eigenaardige keuze: een bejaard stel met een feesthoedje op een bank. Ik
zie geen enkele connectie met de inhoud van het boek. De roman lijkt
autobiografisch , maar is dat niet volgens de interviews met de auteur.
De ik-figuur, Mona, maken we mee tijdens drie verschillende
levensfases: als zij 9-11 jaar is ( 1976-1978); als zij 24 is ( 1991) en als
zij 35 is (2002). Aan het begin van het eerste deel sterft haar moeder door een
verkeersongeval. Haar vader blijft met twee jonge kinderen achter, want er is
ook nog een zesjarig broertje, Alexander. Veel te snel en ondoordacht hertrouwt
hij met een negen jaar jongere vrouw. Deze Marie is de kwade genius in de
familie gedurende het hele boek. Uit elke zin die ze spreekt blijkt hoe
onsympathiek zij is. Iets te zwart aangezet dus.
In deel twee probeert Mona zich als dramaturg staande te
houden in de toneelwereld en in haar relatie met schrijver Markus. Deel drie
speelt zich voor een groot deel af in het ziekenhuis. Mona’s vader is ernstig
ziek. Verder is er in Mona’s situatie niet zo veel veranderd, maar lijkt ze wel
te groeien naar een steviger persoonlijkheid.
Kom hier dat ik u kus heeft
in tegenstelling tot het eerste boek van deze schrijfster een eenvoudige, rechtlijnige
structuur. Maar ook deze oprechte zoektocht naar zichzelf van een
sympathiek personage, dat getekend is door een moeilijke jeugd, maakt veel
indruk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten