Uitgeverij De Geus Amsterdam 2016
532 blz.
"Lang heb ik als een gek zijn waanzin bevochten. Nu ben ik een vermoeide brug die zich over een verleden buigt zonder zijn eigen spiegelbeeld in het water te zien. Ik vecht niet langer, ik hou ermee op." Dit zijn de laatste zinnen uit deze autobiografische roman waarmee Alfred Birney de Libris Literatuur Prijs 2017 won. Er zijn vijf hoofdstukken. In het tweede en het vierde hoofdstuk lezen we de memoires van de Indo Arto Nolan ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en vooral de politionele acties. Het aantal moorden dat deze wrede man op zijn kerfstok heeft, in naam van oranje, gaat de honderd ver te boven. In de oneven hoofdstukken is vooral zijn zoon Alan aan het woord. Arto kreeg in Nederland samen met zijn Nederlandse vrouw vijf kinderen, van wie Alan de oudste is. Arto kon zijn handen niet thuis houden en zijn vrouw kon geen liefde opbrengen voor haar gekleurde kinderen. Zo belandden Alan en zijn broertjes en zusjes in een internaat in Voorschoten. Alan kijkt met wrok terug op zijn getroebleerde jeugd. Hij wordt later gitaarleraar. Door zijn vaders memoires te lezen probeert hij zich een juist beeld van diens belevenissen in Indonesië en van de man zelf te krijgen, maar hij vraagt zich af in hoeverre deze de waarheid vertellen.
De hoofdstukken die zich in Indië afspelen, vond ik wreed en gewelddadig; een en al moord en doodslag. De Haagse hoofdstukken las ik met veel plezier. Dat komt vast ook doordat ik daar zelf in die tijd ben opgegroeid, wat veel herkenning opriep en dat is altijd leuk. Het boek is zeer origineel en fris qua opbouw en stijl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten