Prometheus Amsterdam 2015
265 blz.
Wat een aangename verrassing is dit nieuwste boek van Connie Palmen. Hierin beschrijft ze de roemruchte geschiedenis van het dichterspaar Sylvia Plath en Ted Hughes, gezien vanuit zijn perspectief. Dat Sylvia op haar dertigste zelfmoord pleegde, is een bekend gegeven en al vanaf het begin van het boek wordt hier melding van gemaakt. We lezen hoe het zover heeft kunnen komen en hoe haar man Ted zijn turbulente relatie met haar en haar suïcide heeft ervaren. Na haar dood kreeg Sylvia het succes waar ze altijd zo naar had verlangd en werd hij een moordenaar genoemd. Het waren de jaren van de tweede feministische golf. In de vele biografieën die over Sylvia verschenen, werd Ted aan de schandpaal genageld. In deze roman geeft Palmen hem een stem, zodat nu eens zijn kant van het verhaal wordt gehoord. De lange, gebeeldhouwde zinnen vind ik mooi en soms wat over de top. Maar ze passen goed, omdat ze gevloeid lijken te zijn uit de pen van deze gelauwerde dichter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten