Uitgeverij De Arbeiderspers Amsterdam - Antwerpen 2015
250 blz.
Kort na Ik kom terug van Adriaan van Dis is er nu van de hand van Maarten 't Hart dit boek over zijn moeder verschenen. En net als Van Dis heeft 't Hart al eerder autobiografische romans geschreven. De moeder in dit boek, Magdalena, is een vrouw met bijzondere karaktertrekken. De meest opvallende daarvan is haar achterdocht. Ze is voortdurend bang dat haar man eropuit is een of ander 'mokkel' te versieren, zonder dat daar volgens hun zoon Maarten enige reden voor is. Verder probeert ze uit alle macht te verhinderen dat Maarten, een echte bolleboos, naar de hbs gaat, wat hij zelf nu juist zo graag wil. Ook is zij extreem bang uitgevallen, met name voor vrijwel alle dieren.
Het boek begint met de beschrijving van een groot deel van Maartens voorouders en familieleden. Daarna gaat het min of meer chronologisch over Magdalena's leven. Een interessant gedeelte vind ik dat over de oorlogsperiode. Maartens ouders waren niet 'fout', maar zij waren ook geen verzetshelden, wat hij wel graag gezien had. Zoals veel Nederlanders overleefden ze de oorlog zonder al te grote problemen, door zich zo onopvallend mogelijk te gedragen. Natuurlijk is er ook weer veel aandacht voor het christelijk geloof. De ik-figuur legt uit hoe allerlei zaken die in de Bijbel staan en die door veel protestanten voor waar worden aangenomen, onmogelijk kunnen hebben plaatsgevonden.
Ik vond het wel een aardig boek, maar zo nu en dan ook wel wat flauw, bijvoorbeeld als voor de zoveelste keer Magdalena's paranoia met betrekking tot de 'mokkels'wordt beschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten