De Geus 2018
217 blz.
De dertienjarige Brian woont met zijn vader Maurice in een sjofele caravan. Ze huren die van twee louche broers, die ook op het terrein wonen. Zelf regelen ze de verhuur van een andere caravan aan de schuchtere, mysterieuze Emile. Brian heeft een broer, Lucien, die zwaar geestelijk en lichamelijk gehandicapt is en in een tehuis woont. Hun moeder is op huwelijksreis met haar nieuwe partner. Omdat het tehuis wordt gerenoveerd, komt Lucien een maandje bij zijn vader en broer logeren tijdens de zomervakantie. Maurice ontvangt daarvoor een vergoeding en dat is voor hem de belangrijkste motivatie om deze klus op zich te nemen. De verzorging van Lucien laat hij grotendeels over aan Brian en die doet het nog niet eens zo slecht. Maar hoewel hij wat zachter is, heeft hij een aardje naar zijn vaartje. Als zijn brommer eindelijk is voorzien van een bougie en benzine, laat hij Lucien alleen, om op bezoek te gaan bij de negentienjarige Selma, een medebewoonster in het tehuis van Lucien. Zoals te verwachten is, gaat er weldra van alles mis.
Ik las deze roman met veel genoegen vanwege de prachtige taal, de goed neergezette personages en de rake dialogen. Toch miste ik een spanningsboog en viel de afloop me wat tegen.