Uitgeverij Podium Amsterdam 2015
519 blz.
Alleen met de goden is een zogenaamde coming-of-ageroman en het boek is behoorlijk autobiografisch. We maken de hoofdpersoon Aaron Bachman mee vanaf een jaar of elf tot halverwege de twintig. Hij groeit op in een achterstandsmilieu. Zijn voortdurend scheldende moeder heeft twee losse handjes en kan hem weinig liefde geven. Zijn vader belandt in de gevangenis nadat hij een man heeft vermoord die bij hen aan de deur kwam.
Aaron is een dromerige, eigenwijze jongen, die zijn heil zoekt in verschillende richtingen. Hij sluit vriendschap met een gevaarlijke pitbull in het asiel, experimenteert stevig met seks met hulp van zijn buurmeisje Olivia, wordt een succesvolle kickbokser en heeft een verborgen hobby: schrijven.
De roman doet me sterk denken aan Joe Speedboot van Tommy Wieringa vanwege het kickboksen en de interesse van de hoofdpersoon in de Japanse Samoerai. Het taalgebruik is vrij simpel. De verhaallijnen worden aan het eind mooi afgerond, iets te mooi misschien. Daardoor moest ik ook aan About a boy van Nick Hornby denken. Alleen met de goden zou volgens mij prima verfilmd kunnen worden. Al met al graaft deze vuistdikke roman niet al te diep, maar maakt toch indruk vanwege de authenticiteit.
dinsdag 6 september 2016
Rodaan Al Galidi: Hoe ik talent voor het leven kreeg
Uitgeverij Jurgen Maas 2016
474 blz.
Ik-figuur Semmier Kariem woont negen jaar in verschillende asielzoekerscentra in Nederland tot hij in het kader van het Generaal Pardon een verblijfsvergunning krijgt. Daarvóór leidt hij, nadat hij uit Irak is gevlucht, een zwervend bestaan in enkele Aziatische landen.
Min of meer door toeval belandt hij in Nederland, dat voor hem nooit het beloofde land zal worden. Een paar keer probeert hij naar het buitenland te ontsnappen, maar de politie of de douane pakt hem telkens in zijn kraag. Dus moet hij zijn lot ondergaan: zich onderwerpen aan wetten en regels, kleineringen dulden, zich vervelen en eindeloos wachten.
We krijgen een inkijkje in het reilen en zeilen van een azc en leren via Semmier veel asielzoekers van diverse pluimage kennen. Ook wordt de Nederlanders een spiegel voorgehouden, hoe zij overkomen op nieuwkomers en zich tegenover hen gedragen. Daarmee is dit boek een inzicht gevende en kritische 'roman', zoals het op de kaft wordt aangeduid. Op de flaptekst lezen we dat Al Galidi geput heeft uit zijn eigen ervaringen als asielzoeker. Er wordt ons een frisse en kritische blik op het vluchtelingenvraagstuk geboden. Overigens doet Hoe ik talent voor het leven kreeg me sterk denken aan Problemskihotel van Dimitri Verhulst.
474 blz.
Ik-figuur Semmier Kariem woont negen jaar in verschillende asielzoekerscentra in Nederland tot hij in het kader van het Generaal Pardon een verblijfsvergunning krijgt. Daarvóór leidt hij, nadat hij uit Irak is gevlucht, een zwervend bestaan in enkele Aziatische landen.
Min of meer door toeval belandt hij in Nederland, dat voor hem nooit het beloofde land zal worden. Een paar keer probeert hij naar het buitenland te ontsnappen, maar de politie of de douane pakt hem telkens in zijn kraag. Dus moet hij zijn lot ondergaan: zich onderwerpen aan wetten en regels, kleineringen dulden, zich vervelen en eindeloos wachten.
We krijgen een inkijkje in het reilen en zeilen van een azc en leren via Semmier veel asielzoekers van diverse pluimage kennen. Ook wordt de Nederlanders een spiegel voorgehouden, hoe zij overkomen op nieuwkomers en zich tegenover hen gedragen. Daarmee is dit boek een inzicht gevende en kritische 'roman', zoals het op de kaft wordt aangeduid. Op de flaptekst lezen we dat Al Galidi geput heeft uit zijn eigen ervaringen als asielzoeker. Er wordt ons een frisse en kritische blik op het vluchtelingenvraagstuk geboden. Overigens doet Hoe ik talent voor het leven kreeg me sterk denken aan Problemskihotel van Dimitri Verhulst.
Abonneren op:
Posts (Atom)