Uitgeverij Podium Amsterdam 2015
300 blz.
Renate Dorrestein is uitgenodigd om voor een bepaalde tijd
gastschrijver van Almere te zijn. Kort nadat ze haar intrek heeft genomen in
het haar toegewezen glazen tuinhuisje, voltrekt zich een ramp. De hele wereld,
op Almere na, lijkt te zijn vergaan. Er bevinden zich zo’n vijfduizend mensen
in de stad, meest vrouwen, maar ook enkele honderden ontsnapte gevangenen. Met
elkaar moeten zij proberen er het beste van te maken en dat lukt maar zeer
matig. Het is een soort ‘what if’-verhaal, wat zou er gebeuren als … Dorrestein kan haar fantasie de vrije teugel
geven: bij gebrek aan familie worden een soort van clans gevormd, alle vrouwen
storten zich op de schaarse mannen die er zijn, omdat ze een kind willen
krijgen, de zwaarste criminelen, die zich verschanst hebben in het Kasteel,
komen regelmatig op vrouwenrooftocht.
Tijdens het lezen had ik nogal eens het idee dat ik een stripverhaal
onder ogen had. Het meest genoten heb ik van het eerste deel, waarin Dorrestein
ons op humoristische wijze laat zien wat deze tweede grote stad van Flevoland
zo aantrekkelijk maakt.