Vertaald uit het Spaans door Arie van der Wal
Een niet bij naam genoemde jongen is op de vlucht in een zeer heet en droog land. Urenlang verstopt hij zich in een kuil in een olijfboomgaard, totdat zijn belagers lijken te zijn verdwenen. Hij sluit zich aan bij een bejaarde geitenhoeder. Samen trekken ze door het desolate landschap en hopen zo hun achtervolgers te ontlopen. Maar dat lukt niet en het komt tot enkele steeds wredere confrontaties, waarbij ook de jongen zich genoopt ziet zijn handen vuil te maken aan geweld. Het is allemaal zeer beeldend beschreven. Ik waande me zelf in deze onherbergzame woestenij, op zoek naar drinkwater en bescherming tegen de verzengende hitte van de zon. Dat maakt het bloedstollend spannend. Het is een verhaal over goed en kwaad, over uitzichtloosheid en beschaving. Een knap debuut.