zondag 11 januari 2015

Wiel Kusters: Mijn versnipperd bestaan. Het leven van Kees Fens


Athenaeum – Polak & Van Gennip                         512  blz.

 Voor wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van de literaire kritiek in het Nederland van na de oorlog tot het begin van deze eeuw is dit een mooi boek. Het is de biografie van Kees Fens, die leefde van 1929 tot 2008. Hij was de belangrijkste en productiefste literair criticus van zijn tijd. Zijn jeugd in de Amsterdamse Chasséstraat was armoedig, doordat zijn vader na een lang ziekbed op betrekkelijk jonge leeftijd stierf. Kees mocht met een beurs naar het gymnasium van het St.Ignatiuscollege, maar een unversitaire studie was financieel niet haalbaar. Via een eenvoudig baantje bij het  katholieke weekblad “De linie” kwam hij in de journalistiek terecht en hij haalde zijn acte Nederlands MO-a.Uiteindelijk groeide hij uit tot de bewonderde recensent en schrijver over literatuur en kunst in met name de Volkskrant. Later werd hij hoogleraar Nederlandse letterkunde in Nijmegen.

Er komen vele namen van bekende Nederlanders van toen en nu in het boek voor: Onder anderen Anton van Duinkerken, Jan van Kilsdonk, Huub Oosterhuis, Pieter Broertjes, Remco Camperst, Carmiggelt, Jan Blokker, Annie M.G.Schmidt en Jan Wokers. En verder gaat het over Fens’persoonlijk leven, zijn verhouding tot het katholieke geloof, de literaire journalistiek en de universitaire wereld. Ik heb het boek met  veel plezier gelezen, al vond ik het soms wat te gedetailleerd.

dinsdag 30 december 2014

Gabrielle Zevin: De verzamelde werken van A.J. Fikry, boekhandelaar


Atlas Contact     Amsterdam/ Antwerpen                            221 blz.

Het gaat over een boekhandelaar en nog een paar mensen die de wereld van het boek en de literatuur een warm hart toedragen. Dat maakt deze roman prettig om te lezen. Het is een feelgood boek, waarin evenwel  grote thema’s niet worden geschuwd: dood en verlies, rouw, een ernstige ziekte. De verzamelde werken zijn de korte teksten over boeken tussen de hoofdstukken in, die de boekhandelaar voor zijn dochter schrijft. Hij is weduwnaar en heeft nog weinig levensvreugde. Maar zowel hij als enkele andere personages krijgen nieuwe kansen op geluk. Aan het eind komen de verschillende verhaallijnen bij elkaar en worden alle open plekken netjes ingevuld. De adoptie van het tweejarige weesje Maya door een alleenstaande man komt mij wat onwaarschijnlijk voor. Het is geen grote literatuur, maar wel een fijn boek.

 

 

maandag 22 december 2014

Nausicaa Marbe: Smeergeld


Prometheus, Amsterdam           2014                      397 blz.

Het boek speelt zich af in het Haarlem van onze tijd en voor een deel ook in Boekarest. Stadsarchitect Job van Emmerik, getrouwd en vader van twee pubers, is zojuist ontslagen nadat hij een fraudekwestie heeft aangekaart. Hij wil vervolging van de schuldigen en rehabilitatie voor zichzelf. Zijn gezin moet de broekriem flink aanhalen, wat vraagt om een heel wat soberder levenswijze dan voorheen. Bovendien heeft hij te maken met een ex uit Oost-Europa, die zich op zeer onaangename en slinkse wijze in zijn privéleven probeert in te dringen. Job wringt zich in allerlei bochten om te voorkomen dat zijn vrouw weet krijgt van de affaire, die acht jaar geleden plaatsvond.

Smeergeld is een onderhoudend boek. Het doet denken aan de romans van Herman Koch en Peter Buwalda. Een pluspunt is de nietsontziende manier waarop de schrijfster diverse segmenten van de Nederlandse samenleving fileert.

woensdag 10 december 2014

Griet op de Beeck: Kom hier dat ik u kus


Prometheus      Amsterdam      2014                      382 blz.

Na haar succesvolle debuut “Vele hemels boven de zevende” komt nu van Griet op de Beeck het tweede boek uit. Deze roman is opvallend aanwezig in toptienlijstjes en in de schappen van de boekwinkels. Het plaatje op de kaft is een eigenaardige keuze: een bejaard stel met een feesthoedje op een bank. Ik zie geen enkele connectie met de inhoud van het boek. De roman lijkt autobiografisch , maar is dat niet volgens de interviews met de auteur.

De ik-figuur, Mona, maken we mee tijdens drie verschillende levensfases: als zij 9-11 jaar is ( 1976-1978); als zij 24 is ( 1991) en als zij 35 is (2002). Aan het begin van het eerste deel sterft haar moeder door een verkeersongeval. Haar vader blijft met twee jonge kinderen achter, want er is ook nog een zesjarig broertje, Alexander. Veel te snel en ondoordacht hertrouwt hij met een negen jaar jongere vrouw. Deze Marie is de kwade genius in de familie gedurende het hele boek. Uit elke zin die ze spreekt blijkt hoe onsympathiek zij is. Iets te zwart aangezet dus.

In deel twee probeert Mona zich als dramaturg staande te houden in de toneelwereld en in haar relatie met schrijver Markus. Deel drie speelt zich voor een groot deel af in het ziekenhuis. Mona’s vader is ernstig ziek. Verder is er in Mona’s situatie niet zo veel veranderd, maar lijkt ze wel te groeien naar een steviger persoonlijkheid.

Kom hier dat ik u kus heeft in tegenstelling tot het eerste boek van deze schrijfster een eenvoudige, rechtlijnige structuur. Maar ook  deze  oprechte zoektocht naar zichzelf van een sympathiek personage, dat getekend is door een moeilijke jeugd, maakt veel indruk.

dinsdag 2 december 2014

Mieke Koenen: Dwars tegen de keer (biografie dichteres Ida Gerhardt)


 

Atheneum – Polak & Van Gennep          Amsterdam 2014             642 blz.

De ondertitel luidt: Leven en werk van Ida Gerhardt. Een paar jaar geleden las ik Maaike Meijers biografie van Vasalis. Nu is er dus deze biografie van die andere grote dichteres uit de vorige eeuw. We lezen over haar jeugd, de slechte relatie met haar moeder, haar gymnasiumtijd, haar adoratie voor haar leraar klassieke talen, de dichter Leopold. Dan gaat het over haar studententijd, die moeizaam verliep, over haar werk als gedreven lerares klassieke talen, eerst in Kampen en later aan de Kees Boekeschool in Bilthoven, en tenslotte over de jaren na haar pensionering. Marie van der Zeyde was haar grote liefde, van wie zij bijna een halve eeuw lang onafscheidelijk was.

Uit de titel van het boek kun je al opmaken dat Ida geen gemakkelijk karakter had. Koenen schrijft er met mildheid en lichte spot over, maar spaart haar niet. Ze bespreekt uitvoerig de vele dichtbundels en ook de psalmvertalingen van Ida en Marie samen. Het is hierbij evident dat Koenen zelf classica is. Zoals de meeste biografieën is het een behoorlijk lijvig boek. Het is echter heel toegankelijk en inzicht gevend geschreven en een aanrader voor wie belangstelling heeft voor poëzie.

 

Jan Brokken: De provincie

Atlas Contact Amsterdam 2013. Oorspronkelijk De Arbeiderspers 1984 Amsterdam  176 blz.


Jan Brokken: De provincie

Vorig jaar las ik met veel genoegen De vergelding van Jan Brokken. Bovendien ontdekte ik toen zijn beide schrijfboeken: De wil en de weg en Het hoe. Ik werd een fan en zag in dat ik heel wat heb in te halen. Ik genoot van Mijn kleine waanzin en andere boeken en heb nu net Brokkens debuut De provincie uitgelezen. Dat kostte weinig moeite, want het is maar een dun boekje en het leest lekker weg.

De jonge journalist Frank de Roover gaat terug naar zijn geboortedorp Portland om de begrafenis bij te wonen van zijn jeugdvriendin Lili, die is vermoord door haar ex Peter, een vroegere vriend van Frank.  Samen met Koos vormden zij een viertal dat zich van de rest van de dorpsjeugd onderscheidde door hun goede komaf en door hun verlangen zich los te maken van hun benauwende omgeving. De enige die daarin is geslaagd, is de ik-figuur Frank. Dat maakt dat hij het gevoel krijgt dat hij er niet meer bij hoort en met argwaan wordt bekeken. Brokken houdt de spanning tot op het laatst vast. Je kunt zien dat hier een getalenteerd schrijver aan het woord is, maar dat zijn werk nog niet het niveau en de diepgang heeft van zijn recentere boeken. Het gegeven van drie dorpsjongens en een meisje die iets bijzonders van hun leven willen maken, deed me overigens denken aan Joe Speedboot van Tommy Wieringa. 

 

maandag 1 december 2014

Adriaan van Dis: Ik kom terug


 

Augustus, Amsterdam Antwerpen         2014      282 blz.

 

In deze autobiografische roman grijpt Adriaan van Dis terug naar de familieproblematiek van Indische Nederlanders, die eerder aan de orde kwam in onder andere Indische duinen en Familieziek. Dit keer ligt de focus op de moeder. Zijn relatie met haar, inmiddels een bejaarde vrouw die niet gelukkig is, is nooit warm geweest. Tijdens de schermutselingen die hij had met zijn vader keek zij de andere kant op. De laatste jaren bracht hij haar dan ook zelden een bezoek. Maar nu begint ze opeens, al is het aanvankelijk nog mondjesmaat, te praten over haar turbulente verleden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog woonde zij aan de grens met België, op gehoorsafstand van het krijgsgeweld dat daar plaatsvond. Ze trouwde met een gekleurde officier en ging met hem mee naar Nederlands Indië. Ze overleefde het Jappenkamp met haar drie dochters, kreeg een relatie met een blanke man met een oorlogstrauma, waarna ze zwanger van Adriaan met haar gezin naar Nederland repatrieerde. Die geschiedenis is ons bekend, maar nu krijgen we dus háár kijk daarop.

 

Adriaan mag haar verhalen voor een roman gebruiken, maar dan moet hij haar als tegenprestatie helpen een zachte dood te sterven. Ze is in de ogen van haar zoon geen gemakkelijke vrouw. Zijn begrip en sympathie voor haar groeien wel gedurende de periode dat hij zo dicht in haar buurt zit en naar haar luistert, maar er blijft een voortdurende afwisseling tussen intimiteit en afstand. De afloop is voorspelbaar. Er komen geen grote geheimen aan het licht. Als de spannende doos, die al die tijd voor Adriaan gesloten bleef, eindelijk geopend wordt, blijkt er niets bijzonders in te zitten, waardoor het boek me ineens aan Sleuteloog van Hella Haasse doet denken. De gedeeltes over de gebeurtenissen in Indië spreken me het meest aan. Het boek bevat enkele humoristische passages en Van Dis laat zich weer kennen als de sympathieke poseur uit sommige van zijn eerdere romans. We moeten het allemaal niet te letterlijk opvatten, blijkt uit de disclaimer aan het eind van het boek. Ik kom terug is een boek over mensen die speelbal van de geschiedenis zijn, geschreven door een vakman.