maandag 22 augustus 2016

Colm Toínbín: Brooklyn 2008

De Geus                      maart 2011                                 316 blz.


Een jonge Ierse vrouw, Eilis, vertrekt in de jaren vijftig van de vorige eeuw naar Brooklyn in de Verenigde Staten, omdat er daar werk voor haar is. Aanvankelijk heeft ze moeite om te wennen en al snel krijgt ze heimwee. Dan komt er een man in haar leven, Tony, een loodgieter van Italiaanse afkomst. Hij wil met haar trouwen. Onverwacht overlijdt haar zus. Ze gaat terug naar Ierland, maar niet nadat ze in stilte is met Tony getrouwd, op zijn uitdrukkelijke wens.
In haar geboorteplaats komt ze in contact met Jim, een pubeigenaar, die haar flink het hof maakt. Ze moet kiezen met welke man ze haar leven wil gaan voortzetten.
Het klinkt allemaal als een simpele liefdesroman, maar Toínbín weet de lezer heel knap en subtiel te laten meevoelen met de hoofdpersoon in haar precaire situatie. Ik las het boek met plezier en zag later de film, die ik erg mooi vond.  

Amos Oz: Judas

De Bezige Bij   Amsterdam Antwerpen       2015
Vertaald uit het Hebreeuws door Hilde Pach                    388 blz.

Het is te verwachten dat een boek met deze titel over verraad gaat. Het speelt zich af in winters Jeruzalem in 1959. De 25-jarige Sjmoeël, een student Bijbelse geschiedenis, stopt met zijn studie. Hij voelt zich verraden door zijn vriendin, die opeens met een ander gaat trouwen. Bovendien kunnen zijn ouders zijn studie niet meer bekostigen vanwege financiële problemen. Hij neemt nu een baantje aan tegen kost en inwoning als een soort oppasser/gezelschapsheer voor een oude man. Hij discussieert met hem over veel zaken van belang, met name over het Israélisch-Arabische conflict en de visie van de joden op Jezus en Judas, In het huis woont ook de 45-jarige schoondochter van de oude man, Atalja. Zij is de weduwe van zijn zoon, die gesneuveld is in de strijd tegen de Palestijnen. Haar vader was een Israëlische dissident, die zich keerde tegen de in zijn ogen imperialistische houding van Ben Goerion in het conflict met de Arabieren. Deze Abarbanel vond bij vrijwel niemand in Israël gehoor en werd om zijn mening verguisd. Sjmoeël raakt zeer in hem geïnteresseerd en vat een hopeloze liefde op voor de mooie, maar verbitterde Atalja.
De roman is geschreven in een prachtige stijl en raakt door het verhaal over de personages die gewond zijn door de gebeurtenissen die helaas nog steeds actueel zijn, en door de visie op Jezus en Judas vanuit een joods perspectief.